In de Visie op brandveiligheid van de rijksoverheid wordt de risicobenadering genoemd als mogelijke basis voor nieuwe regelgeving. Een risicobenadering maakt het mogelijk om veiligheidsmaatregelen aan te sluiten bij het specifieke gebouw en het specifieke gebruik. Een dergelijke aanpak heeft voor en nadelen:
– Snappen we straks allemaal nog wel hoe een gebouw in elkaar zit? Kunnen we de veiligheid van een gebouw nog wel beoordelen?
– Wordt het duurder, goedkoper, veiliger of juist onveiliger?
– Een risicobenadering leidt tot maatregelen die op de echter risico’s gericht zijn. De risico’s op brand worden nu bijvoorbeeld nog niet meegenomen in de voorschriften
Van ‘rule based’ naar ‘risk based’ dus
De komende maanden moet uit onderzoek van VROM en van andere partijen blijken of een risicobenadering leidt tot duidelijke meerwaarde. Een paar uitgangspunten zijn al vastgelegd:
1. Er mag geen sprake zijn van een stapeling van regels. De risicobenadering is dus niet ‘extra’ maar ‘in plaats van’ de huidige regelgeving
2. De rol van gebruikers en bewoners is van groot belang: vluchtgedrag is een essentieel onderdeel
3. Het moet begrijpbaar blijven. Het moet niet zo zijn dat voor ieder gebouw een uitgebreide risicoberekening nodig is. Alleen voor complexe gebouwen (de top van de piramide, zie de afbeelding hieronder) is een risicobenadering ‘standaard’. Voor het gros van de gebouwen moet het zelfs eenvoudiger worden.
Meer over de Visie op brandveiligheid en de risicobenadering is na te lezen in deze presentatie, gegeven door Geregeld op 18 juni 2009 tijdens het seminar “Wegwijzer voor een brandveilig gebouw”.