Wat mag je nu wel en niet zelf bepalen bij particulier opdrachtgeverschap?

Ook tijdens de rondetafel over Bouwregelgeving in de Tweede Kamer op 14 maart 2012 werd weer regelmatig gewezen naar het experiment Almere als goed voorbeeld van keuzevrijheid in de regelgeving. Wat daarbij opvalt is dat de beelden over wat wel en niet kan in Almere vaak ‘breder’ zijn dan werkelijkheid. Daarom een korte uitleg van de regels die sinds 2015 ook landelijk zijn opgenomen in het Bouwbesluit.

Juridische basis van het experiment

De gemeente Almere mag vanaf 1 april 2012 afzien van toetsing van een aantal specifiek in het Besluit uitvoering crisis- en herstelwet (vierde tranche) genoemde artikelen. Op grond van de experimentenregeling geldt er voor grondgebonden nieuwbouwwoningen in particulier opdrachtgeverschap een beperktere set aan voorschriften waaraan moet worden voldaan. Almere wil particuliere opdrachtgevers daarmee meer ruimte geven om zelf keuzen te maken en daarmee de verbondenheid met de woning en de stad vergroten.

Het betreft een experiment dat geldt voor 5 jaar. Daarna moet het experiment worden geëvalueerd en wordt de Twee Kamer binnen 6 maanden geïnformeerd over de resultaten van het experiment.

Om welke voorschriften gaat het eigenlijk?

Grondgebonden woningen in particulier opdrachtgeverschap hoeven niet te voldoen aan de nieuwbouwvoorschriften als het gaat om:

  • AFDELING 2.15 INBRAAKWERENDHEID
  • AFDELING 3.5 WERING VAN VOCHT, met uitzondering van artikel 3.22 (f-factor temperatuur)
  • AFDELING 3.6 LUCHTVERVERSING
  • AFDELING 3.7 SPUIVOORZIENING
  • AFDELING 3.9 BEPERKING VAN DE AANWEZIGHEID VAN SCHADELIJKE STOFFEN EN IONISERENDE STRALING
  • AFDELING 3.10 BESCHERMING TEGEN RATTEN EN MUIZEN
  • AFDELING 3.11 DAGLICHT
  • AFDELING 4.2 TOILETRUIMTE
  • AFDELING 4.3 BADRUIMTE
  • AFDELING 4.4 BEREIKBAARHEID EN TOEGANKELIJKHEID
  • AFDELING 4.7 OPSTELPLAATSEN
  • AFDELING 6.2 VOORZIENING VOOR HET AFNEMEN EN GEBRUIKEN VAN ENERGIE, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW
  • AFDELING 6.3 WATERVOORZIENING, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW

Deels opvallende keuzen, te meer omdat je dus in Almere nog steeds moet voldoen aan de nieuwbouwvoorschriften als het gaat om de minimale afmetingen van ruimten, 55% verblijfsgebied en de afmetingen van trappen. En ook in Almere ben je verplicht om een berging en een buitenruimte te bouwen. De keuzevrijheid is dus beperkt…

Waaraan moeten woningen in Almere wel voldoen?

Net als alle andere bouwwerken in Nederland moeten woning in Almere (ook die onder het experiment vallen) voldoen aan de voorschriften voor bestaande bouw van het Bouwbesluit 2012. Daar waar op grond van het experiment bijvoorbeeld geen eisen gelden aan daglicht voor de nieuwbouw, zijn de voorschriften voor bestaande bouw inzake daglicht wel van toepassing. Dus bouw je in Almere, let dan op de voorschriften voor bestaande bouw ook al worden bepaalde aspecten niet getoetst in de vergunning. Ook verbouw gelden de verbouwvoorschriften van het Bouwbesluit 2012. Zie ook de beantwoording op de Kamervragen hierover.

Ter info de totaallijst met ‘geschrapte’ artikelen Almere in Bouwbesluit 2012: 2.129, 2.130, 3.20, 3.21, 3.23, 3.28, 3.29, 3.30, 3.31, 3.32, 3.33, 3.34, 3.41, 3.42, 3.43, 3.62, 3.63, 3.68, 3.69, 3.70, 3.74, 3.75, 4.8, 4.9, 4.10, 4.11, 4.17, 4.18, 4.19, 4.21, 4.22, 4.23, 4.24, 4.25, 4.26, 4.27, 4.28, 4.37, 4.38, 4.39, 6.7, 6.8, 6.9, 6.10, 6.11, 6.12, 6.13, 6.14, 6.15, 6.16, 6.17 en 6.18

Bouwbesluit 2012: Train de trainer?

De beste manier om te weten te komen wat er veranderd in het Bouwbesluit 2012 is “train de trainer”. En daarmee bedoel ik “ga cursus geven bij de mensen uit de praktijk en leer hoe het werkt”. Enkele voorbeelden, met dank aan enkele tientallen architecten en adviseurs en medewerkers van de gemeenten Zwijndrecht, Ablasserdam, Hendrik-ido-ambacht, Zaanstad, Hoorn, Medemblik, Stedebroeck, Wassenaar, Opmeer en een grote hoeveelheid ‘losse’ gemeentelijke plantoetsers.

Details of grote lijnen?

Opvallend is het verschil van benadering tussen adviseurs en gemeenten als het gaat om het Bouwbesluit. Daar waar adviseurs en architecten de details willen weten gaat het de gemeenten om de hoofdlijn. Doorvragen leert dat het dus niet gaat om de maat van natte ruimten met of zonder tegels, maar om de aanwezigheid van die ruimten. Het gaat dus niet 54,9% of 55,1% verblijfsgebied maar om een beetje bruikbare woning. Gemeenten lijken meer het gezonde verstand te prediken dan de letter van het Bouwbesluit. Klinkt goed, hopen dat het ook altijd zo uitpakt: adviseurs lijken nu net die ene ambtenaar te kennen die ze wel op dit soort details afrekent.

Voorschriften met betrekking tot bruikbaarheid zijn verschrikkelijk verouderd

Nu we het toch over die 55% hebben, die is inmiddels wel wat achterhaald. Het idee is natuurlijk goed: je woning moet voor minimaal 55% zo zijn ontworpen dat het daar geschikt is om te wonen. Met andere woorden, voldoende ventilatie, daglicht, etc. Nadeel van deze eis is dat natte ruimten en verkeersruimten niet meetellen. Een woning met een mooie grote hal, een badkamer van 20 m2, dat kan dus niet want dan haal je je 55% niet meer. En zelfs in Almere moet de particuliere opdrachtgever hier nog grotendeels aan voldoen! Gemiste kans? Zeker!

Omgaan met normen blijft moeilijk?

Niet veranderd in het Bouwbesluit 2012, maar toch velen niet duidelijk: welke norm moet ik nu toepassen? Als ik een betonfuncering maak dan moet die toch voldoen aan NEN 6722 zeker (of inmiddels NEN-EN 13670)? Nou nee… Voor alle duidelijkheid: je hoeft alleen te ‘voldoen’ aan normen die in het Bouwbesluit worden genoemd. Maar let op: voldoen aan is hier bezien vanuit het publiekrecht. Wat je met je opdrachtgever afspreekt moet je zelf weten. Dus pak de Regeling Bouwbesluit 2012 er bij en kijk of die norm genoemd wordt!

En als je die Regeling dan toch open hebt kijk dan meteen welk jaartaal je naar moet kijken als je een norm gata gebruiken. En of de hele norm wel gebruikt mag worden. Neem NEN 1010 als voorbeeld. Als eerste blijkt dat ik moet uitgaan van de norm gedateerd 2007 met aanvullingsblad 2008. Vervolgens leest u in artikel 5.1 van de regeling dat er ca. een A4-tje aan verwijzingen is van onderdelen van die norm die niet van toepassing zijn!

De trainingen gaan nog even door, het leren voor mij dus ook 🙂 En voor meer kennis en informatie: kom op 25 april 2012 naar het congres Bouwbesluit 2012

De sloopvergunning is verdwenen!

Met de inwerkingtreding van het Bouwbesluit 2012 per 1 april 2012 is de omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk verdwenen: de sloopvergunning op grond van de bouwverordening is vervangen door een melding op grond van het Bouwbesluit 2012. Enkele wetenswaardigheden:

Niet allen soorten sloopvergunning zijn vervallen
Voor (veilig) slopen en asbest verwijderen kan vanaf 1 april 2012 worden volstaan met een melding. De vergunning als bedoeld in artikel 2.1, tweede lid, onder a, komt daarmee te vervallen. Wordt gesloopt in een beschermd stads- of dorpsgezicht, in een gebied waar op grond van het bestemmingsplan een sloopvergunning nodig is of betreft het een monument dan is ook na 1 april nog een vergunning nodig. We houden dus nog genoeg sloopvergunningen over, maar de meest voorkomende vervalt: de sloopvergunning op grond van de bouwverordening.

Procedure sloopmelding
Artikel 1.26 van het Bouwbesluit 2012 beschrijft de eisen waaraan een sloopmelding moet voldoen en wanneer een sloopmelding nodig is. Ten opzicht van de oude situatie veranderd er eigenlijk weinig. De sloopmelding is verplicht om dezelfde reden waarom eerder een vergunning nodig was (10 kuub afval of asbest) en je moet bij een melding dezelfde informatie aanleveren als tot 1 april 2012 moe(s)t voor de sloopvergunning. Het grote verschil (en de winst voor burgers en bedrijfsleven) zit ‘m in de procedure:
– sloopvergunning: 8 weken procedure, start sloop 6 weken na verkrijgen vergunning
– sloopmelding: 4 weken voor start sloop (of indien dit leidt tot leegstand van een woning: 5 werkdagen) een volledige melding doen
In het uiterste geval gaan we bij een spreekwoordelijk plaatje asbest onder een oude CV ketel in een huurwoning terug van een kwartaal leegstand tot een weekje wachten!

Wat is een melding?
Duidelijk is in ieder geval dat een onjuiste of onvolledige melding GEEN melding is. De termijn van 4 weken (of 5 werkdagen) start dus nadat een volledige melding is gedaan. Het is dan ook aan te bevelen dat gemeenten hier snel en helder over communiceren en aangeven wanneer een melding volledig is. Wordt niets vernomen van de gemeente dan zou een burger of ondernemer er van uit kunnen gaan dat alle in orde is en na 4 weken starten met de sloop.

Aanvullende voorschriften
Aan een melding kunnen – net als aan een melding brandveilig gebruik – voorschriften worden gekoppeld. De melder moet zich vervolgens houden aan zowel de algemene voorschriften op grond van het Bouwbesluit 2012 en het Asbestverwijderingsbesluit en aan de aanvullende voorschriften. De voorschriften moeten dienen ter bescherming van de belangen die met die sloopvergunning gediend zijn. Dit kan ruim worden geïnterpreteerd: denk ook aan eisen aan opslag, afvoerroutes, geluid, trilling, stof, etc. Let wel dat hoofdstuk 8 van het Bouwbesluit 2012 al een behoorlijke hoeveelheid van dit soort eisen stelt. In veel gevallen zullen aanvullingen dan ook achterwege kunnen blijven.

Meer info? Mail naar Geregeld.

Bouwbesluit 2012: nieuwe procedures en vereisten

Het Bouwbesluit 2012 kent naast aanpassingen in voorschriften ook een nieuwe procedure voor sloop en nieuwe indieningsvereisten voor werken op hoogte en de milieubelasting van gebouwen. Geregeld verzorgt trainingen voor gemeenten en bedrijven waarin deze wijzigingen nader worden toegelicht. Mail naar Geregeld voor meer informatie.

Veilig slopen en verwijderen van asbest

De vergunning voor veilig slopen en het verwijderen van asbest (Wabo, artikel 2.2, eerste lid, onder a) komt per 1 april 2012 te vervallen. In plaats daarvan komt een melding op grond van artikel 1.26 van het Bouwbesluit 2012. De eisen aan de indiening van de melding zijn materieel het zelfde als de eisen aan het aanvragen van een vergunning. De indieningsvereisten zijn terug te vinden in het vierde lid van artikel 1.26. Een sloopmelding moet 4 weken voor aanvang van de sloop worden gedaan. In geval sprake is van verwijderen van asbest bij mutatie kan in sommige gevallen worden volstaan met een termijn van 5 werkdagen. Dit om onnodige leegstand van huurwoningen te voorkomen. Twee belangrijke aandachtspunten:

· Een onjuiste melding of niet volledige melding is GEEN melding. Of wel: de termijn van 4 weken (of 5 werkdagen) gaat pas lopen als de melding volledig is

· De sloopvergunningen voor monumenten, in beschermde stads- of dorpsgezichten of op basis van het bestemmingsplan blijven gewoon bestaan. Alleen de oude vergunning op basis van de bouwverordening wordt per 1 april 2012 een melding.

Veilig onderhouden van gebouwen – werken op hoogte

Per 1 juli 2012 zal (volgens de huidig planning) de verplichting worden ingevoerd tot het aangeven van voorzieningen voor het veilig kunnen onderhouden van een gebouw. In afdeling 6.12 van het Bouwbesluit wordt hiertoe de is opgenomen dat “een te bouwen gebouw zodanig is dat onderhoud aan het gebouw veilig kan worden uitgevoerd”. De bewijslast hiervoor moet bij een aanvraag om omgevingsvergunning voor het bouwen worden aangeleverd. De brancheorganisaties voor onderhoud en schoonmaak hebben hiertoe samen met het ministerie van SZW, de BNA en de Vereniging BWT een checklist ontwikkeld. Op deze checklist moet voor de in het gebouw aanwezige bouwkundige onderdelen – atria, gevels, daken, etc. – worden aangegeven welke voorzieningen getroffen zijn voor veilig onderhoud. Dit kan variëren van permanente werkbordessen tot een opstelplaats voor een hoogwerker. De checklist zal naar verwachting vanaf april 2012 beschikbaar zijn via de site van BZK.

Milieubelasting van gebouwen

Het Bouwbesluit 2003 kende al een hoofdstuk met voorschriften over milieu (hoofdstuk 5) dat echter nooit is ingevuld. Met de komst van het Bouwbesluit 2012 wordt hier verandering in aangebracht. Afdeling 5.2 van het nieuwe Bouwbesluit bevat de plicht om voor woningen en kantoren groter dan 100 m2 bij een aanvraag om omgevingsvergunning de milieubelasting aan te geven. Deze plicht zal naar verwachting per 1 juli 2012 gaan gelden. De milieubelasting wordt bepaald op basis van de Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken en kent vooralsnog geen drempelwaarde. De uitkomst is dus niet van belang voor het verkrijgen van een vergunning. Voorlopig geldt slechts de eis dat de berekening moet worden ingediend.

Adviescommissie Praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften bestaat 2 jaar

Op 1 mei 2009 werd de Adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften ingesteld door de toenmalige Minister voor WWI. Geregeld voert vanaf het begin het secretariaat van de Adviescommissie. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft het voornemen uitgesproken om het werkveld van de Adviescommissie met de komt van het Bouwbesluit 2012 uit te breiden naar het gehele Bouwbesluit.

Twee jaar later en zo’n 30 adviezen verder blijkt de noodzaak van een dergelijke commissie groot. Er is nog veel discussie in brandveiligheidsland over de uitleg van de regels. Een kleine greep uit de adviezen van de commissie:

1. Met stip op nummer 1 de vragen over brandmeldinstallaties. In veel gevallen ging het om de vraag om een brandmeldinstallatie nu echt noodzakelijk is of met beperktere maatregelen kan worden volstaan. In de meeste gevallen oordeelde de commissie dat dat inderdaad het geval is

2. Vragen over de gebruiksfunctie. Het uitgangspunt ‘de aanvrager bepaald’ leidt tot veel discussie. Met name bij wonen en zorg en bij kamergewijze verhuur zijn bevoegd gezag en aanvrager het nogal eens niet met elkaar eens.

3. Gelijkwaardige oplossingen. Opvallend is dat veel aanvragers onvoldoende onderbouwen waarom een bepaalde oplossing gelijkwaardig is. Aan de andere kant is het bevoegde gezag soms huiverig om een gelijkwaardige oplossing te accepteren. In veel cases die aan de Adviescommissie worden voorgelegd blijkt sprake van ‘haken in het zand’ en ‘verstoppen achter de regels’

Meer adviezen zijn te lezen op de website ‘veelgestelde vragen‘ van de Helpdesk bouwregelgeving en brandveilig gebruik. Wilt u een adviesvraag aan de Adviescommissie voorleggen? Vul dan het aanvraagformulier in.

Hoe ontstaat nu een ‘Bouwbesluit 2012’?

Onderstaande column door Geregeld is gepubliceerd op Bouwbesluit.net, een blog over het nieuwe Bouwbesluit.

—————–

Bouwbesluit 2012
Het heeft even geduurd, maar per 1 januari 2012 treedt het Bouwbesluit 2012 in werking. Voor veel lezers is het vaak niet te snappen waarom dit soort projecten nu zo lang duren. In een aantal korte verhaaltjes wil ik het hoe en waarom in het kort proberen toe te lichten. Als eerste een korte blik naar de historie van het Bouwbesluit 2012. Waar komen de oorspronkelijke ideeën vandaan en wat was het idee bij aanvang van het project. We gaan hiervoor terug naar het begin van deze eeuw……

De historie…
Op 9 april 2002 stuurde de toenmalige Staatsecretaris van VROM, Johan Remkes, een brief naar de Tweede Kamer waarin de Agenda voor de Bouwregelgeving 2002-2006 werd toegelicht. Wie met de kennis van nu deze brief (een epistel van 32 pagina’s) nog eens doorleest komt veel bekende onderwerpen tegen die inmiddels deels zijn geïmplementeerd in wet- en regelgeving. Andere onderwerpen hebben het ‘politiek’ niet gehaald of zijn op een andere wijze uitgevoerd. Zo werd in de brief bijvoorbeeld voor 1 januari 2006 de Bouwwet aangekondigd, een wet die moest zorgen voor “integratie, coördinatie en landelijke uniformering van bouwgerelateerde regelgeving en daarmee samenhangende procedures”. Een idee dat zo goed viel dat het enige tijd uitgroeide tot de projectvergunning, de VROM-vergunning en uiteindelijk de Omgevingsvergunning en de Wabo.
In dezelfde brief werden drie  wijzigingspakketten van het Bouwbesluit aangekondigd voor respectievelijk 1 juli 2002, 1 januari 2004 en 1 januari 2006:

  1. Pakket 1 is in werking getreden per 1 januari 2003 en bestond hoofdzakelijk uit de conversie van het Bouwbesluit en de inwerkingtreding van de prestatie-eisen bij U-bouw;
  2. Pakket  2 bestond uit een groot aantal wijzigingen die uiteindelijk niet als één pakket in werking zijn getreden. Tevens kende pakket 2 een aantal aspecten (Eurocodes, hoogbouw, brandklassen) die eerst op later datum in werking konden (zullen!) treden;
  3. Pakket 3 is het beste te omschrijven als de inwerkingtreding van het Bouwbesluit 2012. Belangrijkste uitgangspunt was (en is) dat de technische voorschriften uit andere regelingen in één Bouwbesluit worden opgenomen.

Een zestal jaren later dan gepland krijgen we per 1 januari 2012 toch het Bouwbesluit dat bijna 10 jaar geleden is aangekondigd door Remkes. Op de redenen voor de vertraging wil ik nu niet ingaan (er zijn er voldoende, zoals de discussies rondom het Gebruiksbesluit en de Woningwet van 2007). Wel wil ik kort ingaan op de wijze waarop nu het idee tot stand komt voor een dergelijke wijziging van wet- en regelgeving.

Het Overlegplatform Bouwregelgeving
VROM, en nu ook Binnenlandse Zaken, legt iedere wijziging die het in de bouwregelgeving wil doorvoeren eerst voor aan het Overlegplatform Bouwregelgeving (OPB) [1] en de Juridisch Technische Commissie (JTC) van het OPB. Het OPB bestaat uit vertegenwoordigers van opdrachtgevers (Aedes, Neprom), bouwers en leveranciers (Bouwend Nederland, Uneto-VNI), adviseurs (BNA, NLIngenieurs) gebruikers (Woonbond, Vereniging Eigen Huis) en enkele andere partijen. De JTC kent eenzelfde samenstelling maar dan met mensen van de inhoud. De JTC bespreekt de stukken van het OPB voor en adviseert de eigen vertegenwoordiger in het OPB. Het OPB adviseert de Minister over de voorgestelde wijzigingen. Rondom het OPB vindt altijd veel informeel overleg plaats.

In 2001 heeft het OPB, op verzoek van Remkes en onder aanvoering van de toenmalige voorzitter Van Oorschot (destijds burgemeester van Delft) een eigen “Visie op de bouwregelgeving” uitgebracht. Die Visie omvatte onder meer de wens om te komen tot één document met alle technische eisen maar bijvoorbeeld ook de introductie van het Gebouwdossier. De visie van het OPB was de basis voor het werkpakket van VROM de afgelopen jaren. In combinatie met andere onderzoeken uit die tijd (de MDW-trajecten [2] ‘Bouwregelgeving’ en ‘Servicegericht werken’) is het pad uitgezet voor de ontwikkeling van de bouwregelgeving.

Hoe ging het verder?
Het uitgangspunt voor het Bouwbesluit 2012 was en is dus met name integratie van regelgeving uit andere wetten en regels. In de loop der tijd is dit opgetuigd met politieke eisen, gebruikerswensen, dingen die niet bleken te werken en dingen die gewoon eenvoudiger konden. Daarover een volgende keer meer.

Met het Bouwbesluit 2012 wordt feitelijk de Agenda Bouwregelgeving 2002-2006 afgerond voor wat betreft het Bouwbesluit. Dit sluit ook goed aan bij de visie die Minister Donner begin dit jaar in de Kamer neerzette: we hebben het groot onderhoud gehad, nu stoppen we met sleutelen en gaan we kijken of het anders moet en ook kan. Het antwoord op de laatste vraag zal nog een tijdje op zich laten wachten. Eerst maar eens (zo snel mogelijk!) het Bouwbesluit 2012 in werking laten treden…

Bouwbesluit.net is opgezet door Bouwforum en Sdu-uitgevers. De inhoudelijk informatie over het nieuwe Bouwbesluit wordt aangedragen door onder andere Geregeld, PRC-Arcadis, Adviesburo Nieman en Van Overveld Bouwbesluit Advies.

[1] Zie http://wetten.overheid.nl/BWBR0015262. Het OPB is formeel als adviesorgaan ingesteld per 1 juni 2003 maar was daarvoor al werkzaam.
[2] Onder de noemer “Marktwerking, Deregulering en Wetgevingskwaliteit” heeft een groot aantal werkgroepen eind vorige eeuw / begin deze eeuw onderzocht hoe de overheidstaken beter kunnen worden uitgevoerd. Zie o.a. http://www.europa-nu.nl/id/vi3agn5vzbzk/brief_staatssecretaris_met

Helpdesk Bouwregelgeving breidt uit

Sinds 2002 wordt de Helpdesk Bouwregelgeving van het Ministerie van BZK uitgevoerd door Arcadis. Voor het onderdeel ‘Woningwet/Wabo, vergunningsvrij bouwen en indieningsvereisten’ wordt Geregeld ingeschakeld.

Vanaf 1 november 2008 zal de Helpdesk Bouwregelgeving wordt verbreed tot de Helpdesk Bouwregelgeving en Brandveilig gebruik. Vanaf dat moment zullen ook vragen over het Gebruiksbesluit door de Helpdesk worden beantwoord. Vragen aan de Helpdesk kunnen gesteld worden via www.helpdeskbouwregels.nl